Vader is heel ziek. Hij gaat met de ambulance naar het ziekenhuis. Zijn hart en longen zijn slecht. Hij heeft een longontsteking.
De verpleegsters zijn aardig en verzorgen hem goed. Familie en vrienden komen: de twee dochters, schoonzonen en kleinkinderen, een goede vriendin en een vriend. Van praten wordt hij moe, maar hij vindt het fijn dat ze er zijn.
Na een week overlijdt hij. Iedereen is erg verdrietig. Zijn kinderen regelen de uitvaart samen met de uitvaartondernemer. Hij wordt begraven, niet gecremeerd. De doodskist komt in het graf van zijn vrouw.
De dominee en familie vertellen het verhaal over zijn leven. Er zijn veel mensen in de kerk. Erna is er koffie en een broodje. Iedereen condoleert de dochters en schoonzonen van vader. Sommige vrienden of familieleden geven een knuffel of kus. Dat is fijn. De dochters hebben veel verdriet maar kijken met een goed gevoel terug naar het leven van hun vader. Het was een mooie begrafenis. Hun vader is nu dood, maar heeft nu rust.
‘Nog een klein stukje fietsen, en dan zijn we weer bij de auto,’ zei Marja vrolijk tegen haar man. Henk floot het bekende liedje ‘we zijn er bijna.’ Opeens hoorde Marja haar mobieltje.
‘Henk, wacht even.’ Ze stopten beiden en Marja nam de telefoon op.
‘Hoi Immy,’ begroette ze haar zus. ‘Hoe gaat het met je?’
‘Met mij wel goed, maar met pa niet.’ Marja schrok.
‘Wat is er gebeurd?’
‘Pa heeft het heel benauwd. De dokter is bij hem en de ambulance is onderweg,’ vertelde Immy.
‘Ik kom er direct aan. Over een half uur zijn we er.’
Henk en Marja fietsten heel snel naar hun auto, zetten de fietsen vast op de fietsendrager op de auto en reden naar Marja’s vader in Zwolle toe.
De ambulance was er al. Vader pakte de hand van Marja en ze troostte hem woordeloos. Toen reed de ambulance weg en reden ze er, net als Immy en haar vriend Bart, achteraan naar het ziekenhuis.
De dagen erna waren heel zwaar. Pa had een longontsteking. Bovendien was zijn hart al slecht. Hij was heel ziek. Hij vocht voor zijn leven. Om de beurt bleven Immy en Marja bij hem. Bart en Henk kwamen vaak op bezoek, evenals de kleinkinderen en een paar naaste familieleden en wat vrienden. Hij had heel veel moeite met ademhalen, ondanks de extra zuurstof die hij kreeg. Het was niet genoeg.
De zesde ochtend na zijn opname voelde Pa dat het niet meer lang zou duren. ‘Het is goed zo,’ zei hij, ‘dan krijg ik eindelijk rust.’ Van zijn kinderen en kleinkinderen nam hij rustig afscheid. Eenieder op zijn eigen manier zei hem vaarwel. ’Pa, we houden van je en zullen je nooit vergeten’, zei Marja.” Immy knikte en pakte de hand van haar vader vast. Die dag overleed hun vader.
De begrafenisondernemer kwam en hij legde samen met een werknemer hun vader in een lijkkist. Ze brachten hem met een rouwwagen naar het rouwcentrum. Immy haalde de kleren waarin hij begraven wilde worden uit zijn huis.
Een mevrouw van de begrafenisonderneming kwam die dag nog langs om alles te bespreken. De dagen erna hielden ze contact met haar. Het waren hectische dagen.
Immy en Marja maakten de tekst voor de rouwkaart en de rouwadvertentie. Familie, vrienden en bekenden konden afscheid van hem nemen. Ze kozen ervoor om hun vader niet thuis op te baren maar in de aula van het rouwcentrum. De uitvaartonderneming regelde de rouwkaarten, de advertentie, de overlijdensverklaring, het uitvaartcentrum en de kerk voor de dag van de begrafenis. De dochters en hun partners schreven de enveloppen en Immy en Marja bestelden bloemen bij een bloemist voor op de kist en het graf. Ze spraken met de dominee voor de plechtigheid in de kerk. Er zou verteld worden over hoe hun vader was. Zelf zouden Marja en Immy ook wat vertellen. ‘s Avonds aten ze met z’n allen bij een tante, de zus van hun moeder.
Op de dag van de uitvaart kwamen er veel mensen om te condoleren en de plechtigheid bij te wonen. Het was een mooie dienst. Marja en Immy waren ontroerd. Met een zakdoek veegden ze hun tranen soms even weg. De gevoelens van warmte, vriendschap en medeleven van de familie en vrienden deed hen goed. Een kus, omhelzing of gewoon een knuffel. Een vriend raakte Marja even kort aan. Dat deed haar goed. Bij de herdenking hadden ze verdrietige momenten, maar ook blije. Op een groot scherm waren foto’s te zien van vroeger: kamperen met het gezin, vader in de sneeuw met de toen nog kleine kinderen, vader genietend van een pilsje en fietsend door de natuur. Immy en Marja vertelden hierbij over vreugde en verdriet in het leven van hun vader. Huilen en lachen. Ze hadden liedjes en muziek uitgekozen die hun vader mooi had gevonden. Het was een persoonlijke dienst geworden. Geen dominee of pastoor die alleen over God sprak. Geen koor, maar moderne muziek. Het was een goede bijeenkomst. Dat merkte je ook aan de sfeer tijdens de dienst. De laatste jaren mocht ook bij deze plechtigheid heel veel. Fijn!
Na de kerkdienst stapte iedereen in hun eigen auto en reden ze naar de begraafplaats toe. Familie droeg de kist. Een moeilijk moment. Het was een graf op een mooie plek waar hun moeder al lag. Immy nodigde iedereen uit om naar het restaurant ‘De vrolijke vogel’ te komen voor een kop koffie en een broodje.
In het zaaltje stond de familie op een rij en iedereen condoleerde hen. Ze gaven een hand of omhelsden elkaar. Iedereen praatte nog even over de overledene. Over wat ze samen hadden meegemaakt. Er werd gehuild, maar ook gelachen. Hij was 87 jaar geworden. Een mooie leeftijd.
Voor Immy en Marja was het moeilijk. Het verwerkingsproces was nog maar net begonnen. Gelukkig hadden ze veel steun van hun partners, familie en vrienden.
2 Comments. Leave new
Super
Thank you Cetin!