Emma kijkt naar de televisie. Ze ziet het journaal. Er is nieuws op. Daarna komt de weersverwachting.
De weerman vertelt dat het weer gaat veranderen. Nu is er regen en het is een beetje koud. Het wordt kouder. Emma houdt niet van regen. Haar man Douwe vindt het niet erg.
De weerman vertelt dat het gaat sneeuwen. En het gaat vriezen. ‘Bah, sneeuw,’ zegt ze tegen Douwe.
‘Je moet niet zeuren. Het weer is ook nooit goed. Dan is het te koud, dan te nat, dan te warm…’ Emma lacht. ‘Ik ben een echte Nederlander.’
‘Maar je hebt gelijk. Voor de kinderen is sneeuw leuk. Ze kunnen een sneeuwpop maken.’
Douwe zegt: ‘En als er ijs komt, kunnen ze schaatsen. Toen wij jong waren, konden we elk jaar schaatsen. Het is leuk als het water bevroren is. Dan leren we onze kinderen Bas en Jacco schaatsen.’
Nog even wachten dus. Misschien is er over een week genoeg ijs en sneeuw!
Emma zet de televisie aan. Het journaal is erop. Het is bijna afgelopen. Nu komt de weersverwachting.
‘De laatste dagen was het wisselvallig weer. Het regende veel. Af en toe scheen de zon,’ zegt de weerman. Dat klopt. Het was rotweer. Koud en nat. De zon had Emma niet veel gezien. Heel veel buien. Brrr…
De weerman vertelt verder: ‘De temperaturen waren aan de hoge kant voor de tijd van het jaar. Rond de 10 graden. Maar dat gaat veranderen, er is kouder weer op komst. Het gaat vriezen.’
‘Oh, eindelijk eens lekker koud weer. Mooi zo. Kou alleen geeft niet, maar aan regen heb ik een hekel. Ik hoop ook dat het niet gaat sneeuwen, want dan kun je weer overal minder goed komen,’ zegt Emma.
‘Ssst… stil even, ik wil de rest horen,’ zegt Douwe. Douwe heeft de televisie op pauze gezet en zet hem weer aan.
‘Overdag blijft het morgen ongeveer 0 tot -2 graden. Daarna wordt het kouder. Aan het eind van de week wordt het ’s nachts ongeveer -7 graden en overdag -2 tot -4 graden. Koud winterweer. Weer om een lekkere warme jas aan te trekken, handschoenen aan, muts op en dan heerlijk een wandeling te maken. Eind van de week neemt de kans op sneeuw toe. U kunt overvallen worden door een plotselinge sneeuwbui.’
‘Daar heb je het al, toch sneeuw…, bah,’ denkt Emma.
‘Maar hierover later in de week meer,’ beëindigd de weerman zijn verhaal.
Emma kijkt haar man Douwe aan. ‘IJs en sneeuw… wordt het dan eindelijk een keer echt winter?’
Douwe knikt. ‘We hebben al heel lang geen koude winter gehad. Dat zou leuk zijn. Kunnen we misschien schaatsen of wandelen in de sneeuw. De kinderen kunnen een sneeuwpop maken en een sneeuwballengevecht houden. En dat je geen sneeuw wilt… Nederlanders hebben altijd wat te zeuren over het weer. Het is te koud, te nat of er is “vieze” sneeuw. Bekijk het van de positieve kant Emma.’
Emma knikt en glimlacht. ‘Je hebt gelijk Douwe. De kinderen vinden het geweldig!’
‘Ja, in onze kindertijd was er elke winter ijs en sneeuw, zegt Douwe. ‘Je kon op sloten, rivieren en meren schaatsen. Niet de hele winter, maar toch vaak een aantal weken. En spelen in de sneeuw, dat was leuk! En moeder had dan altijd warme chocolademelk om weer warm te worden.’
‘De opwarming van de aarde zorgde de laatste jaren voor zachte winters. Aan het eind van deze week weten we of het dit jaar iets anders zal zijn. Hopelijk wel,’ vindt Emma en ze zoeken een leuke film op om op de televisie te kijken.